Beste leerlingen
Jullie staan op het Wilhelminaplein voor het gerechtsgebouw. Het is een onderdeel van de rechtbank Rotterdam, één van de elf rechtbanken die Nederland heeft. Een rechtbank is bevoegd om in zijn gebied recht te spreken in eerste aanleg. Als je het niet eens bent met het oordeel van de rechter, dan kan je in hoger beroep gaan in Den Haag. De rechtbank Rotterdam behandelt zaken in alle rechtsgebieden: strafrecht, civiel recht en bestuursrecht. Aan de gevel hangt een werk van beeldend kunstenaar Michael Jacklin. Het is een zes meter hoge abstracte constructie van cirkels en buizen. Ze zijn op verschillende hoogtes geplaatst. Zo ontstaat er een sculptuur die vanuit elke perspectief een andere vorm laat zien. Jacklin gaf zijn beeld de naam ‘Gathering of the Tribes’, een verwijzing naar de eerste bijeenkomst van kunstenaars in San Francisco in 1967 die opkwamen tegen de gevestigde orde van politici en autoriteiten. Waarom hangt juist dit werk aan deze gevel? Zijn jullie klaar voor een filosofisch experiment?
Ga rustig zitten op het plein. Hebben jullie het filosofische pakje bij? Laat voorlopig nog even dicht. Kijk naar de mensen die het gebouw in en uit wandelen. Zijn het advocaten, beklaagden, veroordeelden of rechters? Als je het niet weet, kan je het ze altijd vragen. Is er binnen een balie waar je kan informeren of je een publieke zitting kan bijwonen? Ga op onderzoek uit …
Rotterdam is een grote stad. Ze telt 672.330 inwoners. 341.460 huishoudens. Hoe kunnen al die mensen veilig samenleven? Is het beter om veel of weinig regels te maken? Wat denken jullie? Is er politie en gerecht nodig? Er werken zesduizend agenten in deze stad. Wat zou er zonder politie gebeuren? Zijn mensen goed of slecht? Hard of lief? Zijn we alleen maar braaf omdat er anders een geldboete of gevangenisstraf dreigt?
Verschillende filosofen hebben hun licht op deze kwestie laten schijnen. De Engelsman Thomas Hobbes zag mensen als egoïstische dieren die voortdurend in strijd zijn met elkaar. Volgens hem hebben we een overheid ( bijvoorbeeld dit gerechtsgebouw!) nodig om ons tegen anderen te beschermen. Het rechtssysteem is een dun laagje beschaving dat ons braaf houdt. De Franse filosoof Jean Jacques Rousseau zag dit anders. Voor hem zijn mensen van nature goed en onschuldig en is het juist de samenleving die ze concurrenten van elkaar maakt. Immanuel Kant formuleerde het categorische imperatief. Behandel een ander hoe je zelf behandeld zou willen worden. John Stuart Mill laat wat goed is afhangen van het beoogde doel of gevolg. Volgens bioloog Charles Darwin zit er in de mens zowel egoïsme als solidariteit. Beide zijn geselecteerd en nodig om te overleven. Simone de Beauvoir schrijft in haar ethiek van ambiguïteit dat je zelf pas vrij en veilig kan zijn als alle andere mensen vrij en veilig zijn. Waren mensen in het verleden brutaler dan nu? Geschiedenis en archeologie laten een complex beeld zien. Het heeft veel met overvloed en schaarste van middelen te maken. Wat denken jullie? Zijn mensen goed of slecht? Welke filosoof krijgt jullie voorkeur en waarom?
Het is tijd voor jullie opdracht? Zijn jullie zelf lief of hard, goed of gemeen? Om dit te ontdekken gaan jullie een heel simpel en lekker spel spelen.
Ga in een kring zitten. Open de enveloppe. Neem een stukje papier en een pen/potlood. Leg tien snoepjes in het midden. Iedereen schrijft op papier een getal van 1 tot 10. Dit getal geeft weer hoeveel snoepjes je opeist. Hoe hoger je getal, hoe meer snoepjes naar jou gaan.
Maar … als het totaal aantal opgeëiste snoepjes in de groep groter is dan 10, dan tellen er strafpunten. In dit geval kijken we naar hoeveel snoepjes er te veel zijn opgeëist. Is het totaal van ieders getallen bijvoorbeeld 15, dan is dat 5 te veel. Dit aantal wordt afgetrokken van wat iedereen heeft opgeschreven. Als ik 6 snoepjes heb opgeëist dan krijg ik er nog maar 1. Wie in dit geval 5 of minder had opgeschreven krijgt helemaal niets meer!
Bv. Een groep heeft de volgende resultaten.
Ayman eist 3 snoepjes
Imane eist 5 snoepjes
Sarah eist 1 snoepje
Kato eist 3 snoepjes
In het totaal eist de groep 12 snoepjes op. Dit zijn er 2 te veel. Iedereen verliest nu 2 snoepjes van het opgeschreven aantal. Dus…
Ayman krijgt 1 snoepje
Imane krijgt 3 snoepjes
Sarah krijgt geen snoepjes
Kato krijgt 1 snoepje
Er zijn drie rondes met extra regels.
RONDE 1: Je mag niet met je groepsgenoten overleggen en schrijft het getal op zonder dat iemand het kan lezen. Ieder beslist dus voor zichzelf.
RONDE 2: Nu mogen jullie wel met elkaar afspreken, maar het getal dat je opschrijft mogen je groepsgenoten nog altijd niet zien.
RONDE 3: Alle regels van ronde 2 blijven van kracht (je mag praten, maar de gekozen getallen blijven onzichtbaar!) Daarbovenop krijgt wie het grootste getal opgeschreven heeft, het aantal snoepjes dubbel.
Houd op een extra blad (zie enveloppe) jullie score bij. Om voldoende informatie te verzamelen speel je het spel minstens twee keer!
Wat hebben jullie door dit spel te spelen ontdekt? Zijn we aardig voor elkaar? Zijn er strategieën om zoveel mogelijk snoepjes over te houden? Heb jij vooral gekozen voor jezelf of voor anderen? Waarom heb je die keuze (het meest) gemaakt? Heeft deze keuze je veel snoepjes opgeleverd? Hielden jullie rekening met elkaar? Waarom wel of niet?
Had iedereen evenveel zin in snoepjes?
Deel de resultaten via ons gedeelde filosofische Whatsappkanaal. Zet je namen en je locatie erbij. Veel plezier!